
Obsessief zadenbeheer
Eerlijk: ik hou gewoon niet van al die slordige, opengescheurde zadenpakjes. Maar ik hou wél van zaden. En goede organisatie. Na jarenlang systemen uittesten, zit ik nu in een stabiele fase van zaden organiseren. De ervaring leert me dat dat wellicht niet definitief is. Ik geef het 3 jaar.
Mijn criteria voor een goed zadenbeheersysteem:
- Weinig plaats in beslag nemen;
- Gemakkelijk mee te nemen naar de moestuin;
- Zaden blijven netjes in hun verpakking zitten;
- Specifieke gewassen/rassen zijn snel te vinden.
Vroeger gebruikte ik dozen waarin ik de zaadzakjes bewaarde. Dat neemt te veel plaats in naar mijn goesting, en er lekten al eens wat zaden uit de verpakkingen. Paperclips waren nuttig om ze dicht te houden, maar de ervaring leert dat ik 50% van de tijd te lui ben om ze te gebruiken na een chaotische zaaibeurt in de moestuin. Resultaat: een serre vol rondslingerende paperclips en een doos vol geopende, lekkende zaadverpakkingen. Echt overzichtelijk vond ik het ook niet. Uiteindelijk zit ik dan toch nog de pakskes door te ‘scrollen’ om te zien wat er allemaal in die doos zit.
Omdat je waarschijnlijk geen zin hebt om tien minuten te lezen over alle slechte systemen die ik heb uitgetest, zal ik het maar hebben over het huidige systeem. Het draait allemaal rond doorzichtige tic tac-achtige doosjes die netjes in een (doorzichtige) koffer zitten.

Op het deksel aan de bovenkant schrijf ik op een sticker welk zaad het is. Overzichtelijk: in 1 oogopslag zie ik welk zaad ik voor me heb. Vroeger nummerde ik de doosjes ook. Maar als je je elke winter laat gaan en de verkoopcijfers van zadenleveranciers de lucht in jaagt, is dat te veel werk om telkens aan te passen. De doosjes organiseer ik op soort (bv. bladgroenten), en vervolgens elk zaad alfabetisch (bindsla komt dus voor mesclun). Voor de soorten ben ik allesbehalve maniakaal; 5 categorieën zijn genoeg:
- Bladgroenten;
- Bloemen;
- Kruiden;
- Knolgewassen;
- Kolen;
- Al de rest.
Werkt prima voor mij, maar je kan daar zo ver in gaan als je zelf wilt, uiteraard. Of sorteer op families. Bij mij zijn spinazie en sla ‘bladgroenten’, maar ze konden ook afzonderlijk onder ‘amarantenfamilie’ en ‘composietenfamilie’ vallen.

Er zit nog één groot gat in mijn systeem: de peulen zijn niet opgenomen. Nu moet ik je ook niet vertellen dat die potjes te klein zijn om erwten en bonen in te bewaren. Op dit moment zijn de peulen dus geen onderdeel van het systeem. Die zitten gewoon in losse, gerecycleerde geleipotjes. Not much of a system. Een project voor volgende winter, denk ik dan.
Terug naar het tic tac systeem. De doosjes zijn doorzichtig. Dat vind ik wel gemakkelijk omdat ik dan snel zie of ik zaad moet bestellen. Dat betekent wel dat ik de koffers ergens op een donkere plaats moet bewaren, want licht kan zaden doen kiemen. Dat is gemakkelijk, want ik hou ze sowieso in een kast.
Zaad mag trouwens ook niet vochtig worden. Om die reden bewaren veel mensen zaad in bijvoorbeeld enveloppes of koffiefilters, maar dat is niet mijn ding. Veel te rommelig. Ik heb nog nooit vocht gezien in de doosjes, en mijn zaad blijft al jaren kiemkrachtig. Het lijkt me dus geen probleem te zijn (de potjes zijn dan ook redelijk luchtdicht). Wanneer ik zelf zaad in de tuin verzamel, zorg ik er uiteraard altijd voor dat het zaad goed gedroogd is voor ik het opberg. Als voorzorgmaatregel zou ik rijstkorrels aan het zaad kunnen toevoegen om vocht te absorberen, maar luiigheid (en een gebrek aan noodzaak) primeert.

Nu vraag je je misschien af of het niet ambetant is dat ik de informatie op de zaadverpakkingen niet bij de hand heb wanneer ik ga zaaien. Niet dus. Bij obsessieve bewaarsystemen horen ook obsessieve planningen. Mijn moestuinplan vertelt me precies wat ik wanneer, waar en hoe moet zaaien. Als ik elke week die pakskes moet gaan lezen, is de goesting om te zaaien al snel over.
Trouwens, ik hou me toch zelden aan wat er op die verpakkingen staat. Een echte moestuinrebel. Na een paar jaar moestuinieren weet je op den duur het meeste ook wel vanbuiten. En daarnaast heb ik het gevoel dat zaadleveranciers vooral de meest ideale zaaimomenten vermelden. Vroeger of later zaaien is soms moeilijker, maar niet onmogelijk. En ook de zaaiafstanden hou ik zelden aan; alles mag wat dichter bij elkaar staan.
Maar mocht je net beginnen met moestuinieren: maak vooraf een gedetailleerde planning. Gebruik daarvoor moestuinboeken en zaadverpakkingen, en doorheen het seizoen heb je nog maar één documentje nodig.
Op het moment dat ik mijn planning maakt, is het natuurlijk wel handig om de zaadverpakkingen erbij te nemen. Want sommige rassen doen het beter in de winter, andere in de zomer. Nu kan ik ook wel raden dat het ras ‘winterreuzen’ voor de winter is, maar dat is niet altijd zo duidelijk. Dan zou je kunnen zeggen: bewaar gewoon die lege verpakkingen ergens in een doos, en haal ze boven op het moment dat je gaat plannen.
Grapjas. Dat zou te gemakkelijk zijn. Obsessief, weet je nog? En lui, dat ook. Als ik een specifiek ras zoek, en ik 150 verpakkingen moet doorzoeken, zit ik een kwartier later jankend in een hoek van de kamer. Dus ik sla een foto van de voor- en achterkant van elke zaadverpakking op in een digitaal doorzoekbaar document. Jep. Obsessief. ’t Is maar waar je gelukkig van wordt, hè.
Ook kopen?
Wil je graag dezelfde dozen kopen om jouw zaden te bewaren? Je kan ze via Bol.com bestellen:
Als je het via de deze Bol.com link bestelt, krijg ik van Bol een commissie van 4%. Het is maar een kruimeltje, maar zo kan ik (een deel van) mijn kosten dekken voor het maken en onderhouden van deze website. Het kost jou geen eurocent extra.
Misschien vind je dit ook interessant:
